Archive Page 4

24
Jan

Hyperacusis en Tinnitus (H&T)

Mensen vragen zich wel eens af; “Waar heeft ‘ie Roef nou toch steeds last van? Dat gedoe met die oren, je ziet niets aan hem!”

Nou… ik kan je het volgende over vertellen: Sinds ik me kan herinneren, als kind al, loop ik bij de KNO-arts voor mijn oren. Vroeger werd met enige regelmaat m’n trommelvlies hardhandig doorgeprikt tot ik dat helemaal zat werd en jarenlang met oorontstekingen bleef lopen. Totdat uiteindelijk in de jaren ’90 Tinnitus bij me werd geconstateerd. Tinnitus,  zie het als een ongevraagde onplezierige herrie in je oor! Even later kwam Hyperacusis om de hoek kijken, een onbegrijpelijke kwaal. Ik word namelijk ‘ziek’ van bepaalde geluiden.

Gelukkig heb ik niet alle dagen evenveel last van T en als T niet op bezoek is.. dan blijft H ook weg!

Natuurlijk heb ik vele medicijnen geprobeerd en ook even zo vaak ‘buisjes’ gekregen. Uiteindelijk, omdat het steeds erger werd en ik ook continu hoofdpijn en nog steeds oorontstekingen had, eind 2009 aan beide kanten een mastoidectomie ondergaan. Dit zorgt, simpel gezegd, voor een betere ventilatie van de middenoorholte. Heb ook nu aan beide kanten t-tubes (dat zijn, zeg maar, de afvoerleidingen van mijn slijmvliezen omdat de buis van eustachius niet goed genoeg ventileert). Alles leek in eerste instantie hoopvol maar nu (24 januari 2010) al weer dik 9 weken geëmmer aan mijn rechteroor. Écht geëmmer is het; antibiotica die niet aanslaat, loopoor tot en met, flink gehoorverlies (40dB – steek je vinger maar in je oor, je hoort alles nog maar wel gedempt -), hoofdpijn en concentratieproblemen. Vanmorgen een CT-scan gehad, ik hoop dat daar wat uit gaat blijken. Word er heel moedeloos van. Oja…. na de mastoidectomie heb ik overigens veel last van pijn ‘achter’ mijn oren… Dat schijnt vanzelf over te gaan. Op zich heb ik wel goede vooruitzichten; hoe ouder je wordt; hoe minder productief je slijmvliezen gaan werken. Dus over een jaar of 15 gaat het vast beter met me!!

Enne… als ik m’n (rock)muziek maar hard genoeg zet… dan heb ik nergens last van; Rock on!! \,,/

Share
17
Dec

Column teruggelezen

altijd leuk 😉

Share
10
Nov

Oh Oh Bimboh

Kent u ze? De consorten op het Griekse vakantie-eiland? Nee? dan heeft u vast de afgelopen maanden onder een steen gewoond!

In de BIM-wereld lopen ze echter ook rond, laat ik ze – in willekeurige – volgorde aan u voorstellen:

Sterretje; stralende verkoper, met eigen publiek. Te herkennen aan een zijn nimmer aflatend enthousiasme anderen te overtuigen van zijn eigen kunnen. Luistert niet naar de klant en geeft graag af op de concurrentie.

Jokertje; BIMmer die graag spierballen laat zien. Is echter klein en dus eigenlijk nog geen echte BIMmer te noemen. Wordt door niemand meer serieus genomen maar omdat hij veel vrienden heeft van vroeger komt hij de winter door.

Barbie; onwetende prospect die overal roept geen verstand van te hebben. Dit klopt ook nog eens volledig. Hoe meer bezoeken aan seminars Barbie aflegt, hoe langer het duurt voordat er wordt geBIMt.

Kabouter; zeer trouwe klant die het erg leuk vindt om te sjansen met BIM-leveranciers. Gaat soms vreemd en heeft daar dan weer spijt van. Keert uiteindelijk altijd terug naar de vertrouwde, verouderde, CAD-omgeving.

Little Princess; ook wel Rupsje Nooitgenoeg genoemd. Blijft informatie over BIM verzamelen totdat ‘ie volledig verzadigd is en zich ontpopt als mooie vlinder. Neemt uiteindelijk de juiste keuze en breekt als enige van het stel door als échte BIM-expert.

Sniper; is de knapste van de klas, dat vind hij vooral zelf. Knap slaat dan niet direct op intellect maar dat hoef je Sniper niet te vertellen. Dat begrijpt hij toch niet. Denkt dat hij als aanbieder van CAD-software door zijn uiterlijk op te poetsen kan gaan BIMmen.

Matsoe Matsoe; een verhaal apart. Denkt de grootste aanbieder in zijn soort te zijn. Loopt qua innovaties altijd achteraan maar (over)schreeuwt graag de groep. Blijkt uiteindelijk geen inhoud te bezitten. Kom je uiteindelijk heel moeilijk van af!

Herkent u zichzelf of iemand anders niet terug? U heeft geluk en kent alleen ‘normale’ BIMmers 😉

rob roef, rob@hoogtij.nl november 2010

Share
28
Oct

iPhone app installed

Gisteren WordPress app op de iPhone gezet. Check.

Share
17
Oct

Eerlijk

Het woord eerlijk hoor ik te vaak en vaak begrijp ik niet zo goed wat ermee wordt bedoeld. Eerlijke kleuren, eerlijk eten, eerlijke kleding, eerlijk hout…

Wanneer ik iemand hoor praten over eerlijke producten denk ik in eerste instantie aan producten die blijkbaar oprecht, loyaal, of waarachtig zouden moeten zijn. Maar dát kan helemaal niet… Loyale producten? Hooguit een verzekering? Maar die is dan weer niet oprecht… 😉

In tweede instantie zouden de producten dan rechtvaardig, billijk of juist moeten zijn. Wellicht moeten we het in deze richting zoeken? Rechtvaardige producten, dat zijn vast producten die iets moeten rechtvaardigen. Waarschijnlijk ontvangen de producenten van deze producten een “eerlijke” prijs van de afnemers.

Eerlijk, wat mij betreft een modewoord.

Verder is eerlijk één van de meest misbruikte woorden in onze taal en het valt me op dat het vaak in de negatieve vorm wordt gebruikt.

Kinderen vinden iets al heel snel “niet eerlijk”.De scheidsrechter is oneerlijk, buitenlandse verkiezingen verlopen niet eerlijk en er is veel spraken van oneerlijke concurrentie. Vreemd hè? We leren onze kinderen dat ze altijd eerlijk moeten zijn, een scheidsrechter is er om de wedstrijd eerlijk te laten verlopen, verkiezingen zijn per definitie democratisch en dus eerlijk en concurrentie is toch eigenlijk altijd eerlijk?

Eerlijkheid staat gelijk aan betrouwbaarheid maar mijn ervaring is dat als je altijd eerlijk bent naar anderen je al snel wordt gekwalificeerd als iemand die het hart op de tong draagt. Hoewel dat laatste me, eerlijk gezegd, niet zo veel kan schelen.

Ik geef u graag wat mee om, nu de avonden vroeg vallen, over na te denken. Dat doe ik met één van de mooiste uitspraken die ik ken: Eerlijk duurt het langst, vandaar dat vele mensen zo gauw klaar zijn.

Share
13
Oct

Samenwerken in BIM


Share
23
Aug

Links rijden

Tijdens de lange rit door Duitsland viel het me direct op; het zijn steeds weer de Nederlanders die links rijden en de boel ophouden. “Je ziet toch dat ik harder ga en daar zijn ze ‘hier’ toch aan gewend?” waren de eerste gedachten die na het passeren van de grens bij me opkwamen. Hiermee dacht ik me prima te hebben aangepast aan de gebruikelijke manier van doen in het buitenland.

Na enige tijd begon me op te vallen dat er meer nutteloze linksrijders waren dan dat er als Nederlanders te herkennen automobilisten rondreden. Terwijl de rechter rijstrook helemaal leeg was stroopte de linker dicht en omdat rechts inhalen verboden is ontstond er bijna een file van linksrijders.

Er gold op sommige plekken geen snelheidsbeperking en het leek wel alsof iedereen harder wilde rijden dan zijn of haar voorganger. Hierdoor reed uiteindelijk iedereen zachter dan dat er wel een beperking zou hebben gegolden…

Op de terugweg was het later op de dag en was er minder verkeer op de weg dan op de heenweg. Daarom lukte het me om veel harder te rijden dan ik gewend ben. Dit tot grote hilariteit van de 3 puberjongens achterin de auto en even grote ergernis van mijn geliefde. Hetgeen tot resultaat had dat ik snelheid minderde en uiteindelijk eindigde met een goede kruissnelheid. Eén die ik waarschijnlijk ook had gehaald als ik een constante, veel veiliger, snelheid zou hebben gereden.

Het lijkt erop dat sommigen in Nederland net zo aan het BIMmen zijn gegaan als ik ging links rijden in Duitsland. Opgejaagd en omdat dat blijkbaar zo hoort – zonder ervaring – zo hard mogelijk gaan en er na enige tijd achter komen dat je aan de rechterkant beter en veiliger je bestemming had kunnen bereiken.

Ik wens u een behouden reis.

Share
13
May

Clubliefde

Al zolang ik me kan herinneren ben ik een supporter van Feyenoord. Als klein ventje ging ik al met mijn pa en broertje naar het stadion “Waar je zo gezellig zit”. Buiten ballen deden we eerst met de buurman, Bennie Wijnstekers en later, op de lagere school voetbalden we op het grasveld waarna we bij ma Beenhakker (ja inderdaad de vrouw van de toenmalige Ajax-trainer maar in die tijd de moeder van een van mijn vrienden) een glaasje drinken. Toen we wat ouder waren gingen we zelfstandig met de bus naar De Kuip. Na een gewonnen wedstrijd zat je nog wel eens baldadig erg hard achter in de bus te zingen en opende je stiekem de dakluiken… (totdat de chauffeur via de intercom verzocht om deze weer te sluiten, wat je dan weer braaf deed). Het was een leuke tijd. In 1984, ik herinner het me nog als de dag van gisteren werd Feyenoord voor de eerste keer in 10 jaar weer landskampioen. Wat een geweldig team hadden we toen met Joop Hiele, Mario Been, Petur Petersson, Ruud Gullit, Johnny Rep en Peter Houtman zeg…

Mijn vrouw wees me deze week, na het gemopper van mij aangehoord te hebben over de beroerde resultaten van mijn cluppie, op het feit dat ik beter fan kon worden van een andere club. “Dan heb je minder vaak wat te schelden en ben je voortaan op zondag wat vrolijker”. Een argument waar op zich wat in zit maar ik denk dat ik nooit van mijn leven meer bij een andere club zal kunnen horen. Iets wat ik probeerde uit te leggen maar ze kwam met steekhoudende argumenten. Alleen al het feit dat een speler “tijdelijk” bij een club hoort en daarna vertrekt naar de concurrent is iets om over na te denken. Die concurrent kan natuurlijk ook Feyenoord zijn die een speler van een andere club inlijft. Om over trainers maar te zwijgen…

Tussen bovenstaande ervaringen en het werken met software zijn parallellen te trekken. Met de eerste software waar je tijdens je studie mee in aanraking komt blijf je altijd een relatie houden. De software waar je al jaren mee werkt kan weliswaar verouderd zijn maar je blijft geloven dat er betere tijden komen. Soms tegen beter weten in. Medewerkers van bedrijven waar je zaken mee doet verdwijnen naar andere bedrijven maar die volg je natuurlijk niet blindelings.

That reminds me… in 1984 was toen Johan Cruyff ook niet in Rotterdamse dienst??

Share
10
Feb

Zonder?

Vanavond eten we een gebakken eitje, spiegel, omelet of kluts. De kinderen eten het liefst een papa-hutsefluts-eitje. Dat is een speciaal recept, ooit bedacht toen ik veel thuis werkte en de kinderen veel kleiner waren dan dat ze nu zijn. Het geheime ingrediënt maakt van een normaal gebakken eitje een échte traktatie!

Een snufje gedroogde kruiden hier, een bosje verse daar, lekker rommelen in de keuken met de jongste, die wil namelijk chefkok worden. Een goede basis krijg je tenslotte thuis!

Op een gegeven moment grijp je mis, dat kan natuurlijk altijd gebeuren. Dus tuig je de fiets op, kinderzitjes erop, mutsen op, wanten aan. Terug om je sjaal te halen, boodschappentas en portemonnee. Terwijl je de kinderen op hun plaatsen helpt zie je dat je band zacht is dus moet je weer de schuur in.. dit maal om de fietspomp te halen. Raar woord eigenlijk – fietspomp – suggereert dat er iets gepompt kan worden aan je fiets terwijl je toch echt je banden op staat te pompen. Maar dit geheel ter zijde.

Aangekomen bij de supermarkt het hele riedeltje en gedoe weer in omgekeerde volgorde en naar binnen…

En dan gebeurt het, in het schap een kaartje:

VANWEGE DE AANHOUDENDE VORST IS HET ZOUT UITVERKOCHT

Een eitje zonder zout is als een pc zonder muis, een plattegrond zonder maatvoering, links zonder rechts, yin zonder yang en volgens mijn moeder zaliger als een kusje zonder snor. Tegenwoordig zeg ik; als een BIM zonder ArchiCAD.

Het werden uiteindelijk sjalotjes, opvoedkundig verantwoorde zoutvervanger!

Share
13
Jan

Goed voornemen

In ons huis was de CV-ketel nodig toe aan vervanging. Dus de man des huizes maakte een afspraak met wat vertegenwoordigers van bedrijven die van het plaatsen van die apparaten hun professie hebben gemaakt. Er kwamen dus van die commerciële types over de vloer. Gezellig, bakkie koffie erbij, rondje lopen, kijken en meten. De vaktermen vlogen, samen met de brochures, over tafel. Ruimtecompensatie, weersafhankelijke regeling, stooklijn, modulerende ketel. Enfin, als leek snap je daar dus niets van.

De prijzen ontlopen elkaar niet zo veel, servicecontractje hier, gratis installatie daar. Wat het gasverbruik zou gaan worden, volgens ons toch een niet onbelangrijk onderdeel in de prijsvergelijking, dat kon niemand ons precies vertellen. Dat was afhankelijk van ons stookgedrag, want dat zou gaan wijzigen maar dat wisten we nog niet.

Is het nou zo veel gevraagd? Ik wil de douche kunnen gebruiken zonder eerst af te stemmen of iemand anders in huis warm water in gebruik heeft en de CV moet het huis lekker snel verwarmen. En dat dan tegen een schappelijke prijs.

De verkoper die het beste verhaal had was diegene die jarenlang zelf als monteur had gewerkt, dat boezemde me al vertrouwen in. Maar dat hij er gratis 3 thermostaatknoppen bij deed gaf uiteindelijk de doorslag.

Het verhaal over de installatie, die niet zonder slag of stoot gegaan is, zal ik u besparen. Ook dat wij een week lang met het hele gezin rond de open haard hebben gezeten op een berenvelletje omdat het huis niet warm te krijgen was laat ik achterwege. Dat de medewerkers op het callcenter geen enkel respect hebben voor de klanten wisten we al, dus daar hoef ik het ook niet over te hebben.

Zelf zal ik dit jaar (het is begin januari dat ik dit schrijf dus zie het als een goed voornemen) géén moeilijke woorden gebruiken bij onze klanten. Géén vakjargon bezigen. Géén loze beloftes doen. Wél zal ik mijn collegae stimuleren de klanten op nummer 1 te laten, eerlijk te zijn en afspraken na te komen.

Af en toe zal ik een thermostaatknop weggeven.

rob roef, januari 2010

Share